In de vorige eeuw droegen veel Nederlandse vrouwen nog dagelijks, maar vooral op zon- en feestdagen, traditionele streekdrachten.
Nu dreigt deze oude traditie van verschillende kraplappen, oorijzers en ingewikkeld in elkaar gespelde mutsen verloren te gaan. 
Kortom, de hoogste tijd om kennis te maken met dit kleurrijke gedeelte van het Nederlands erfgoed.

Veel onderdelen van streekdrachten gaan terug op elementen van kleding uit de 16e eeuw. Door isolatie van de gemeenschappen is in al die eeuwen de basis van de kledingstukken weinig veranderd. Toch is van een starre eentonigheid geen sprake. In tijden van rouw werd dezelfde dracht in verschillende gradaties van donkere tinten gedragen. Bovendien wisten draagsters door variatie in stoffen en versiering hun eigen draai te geven aan hun kleding waarmee ze langzaam een hele dracht een nieuwe richting konden geven.